Andere families Boerrigter in Nederland


De familienaam Boerrigter is afgeleid van een be­stuursfunctie binnen het vroegere marke­stelsel. Het ligt dan ook voor de hand dat deze familienaam oorspronkelijk het meest voorkomt in die streken waar men marken kende, zoals in Oost-Nederland en in het aangrenzende West­falen.

In Twente hadden vrijwel alle dorpen en buurtschappen hun eigen boerrigter. Gezamen­lijk stelden deze Twentse boerrigters in 1782 een dankbrief op toen bepaalde herendien­sten werden afgeschaft. Zij worden allen bij name genoemd; alleen in Lemselo en in De Lutte voert de boerrigter ook de 'familienaam' Boerrigter. Hierbij moet wel worden bedacht dat het in die streek de gewoonte was dat men werd genoemd naar de boerderij waarop men woonde. Als de boerrigter ook de familienaam Boerrigter voert, betekent dit waarschijnlijk dat het richterambt langere tijd erfelijk aan het erf verbonden is geweest.
Erven met de naam 'Boerrigter' kwamen/komen in Twente maar in een paar plaatsen voor, namelijk in:
Denekamp:    in 1475 Alarding, in 1601 en 1602 Buerrychter resp. Buerrichter. In 1953 is Boerrigter of Pot versnipperd.
Lemselo:       in 1475 de Richter, in 1601 en 1602 Buyrrichter resp. Buirrechters erve. Ook in 1985 heet het erf nog steeds Boerrigter en is het als boer­derij in gebruik.
Lonneker:      in 1475 Vawerck, in 1601 en 1602 die Burrichter resp. die Buerichter. Dit erf, vroeger gelegen aan de Bergweg, is in de negentiende eeuw verdwenen.
Losser:      in 1475 de hoff to Losser, in 1601 Buyrrichter. In 1953 was dit erf al opges­plitst in de erven Holtslag en Nitert.
De Lutte:       in 1475 De Richter, in 1601 Buerrichters erve. In 1953 is het geen erf meer. Eind 20ste eeuw is de dorpsboerderij erve Boerrigter aan de Plechel­musstraat in gebruik als gemeenschapshuis.

In Westfalen, ongeveer de streek tussen Twente en Osnabrück, komt de naam ook re­gelmatig voor, maar dan meestal als Baurichter of Burrichter. In Nederland komt één Baurich­ter familie voor. Een nazaat van dit oorspronkelijk uit Riesenbeck in Westfalen stam­mende geslacht vestigde zich in het begin van de 19e eeuw in Enschede.

Volgens het 'Repertorium van Nederlandse familienamen' komen bij de volks­telling van 31 mei 1947 in Nederland 439 personen voor met de familienaam Boerrigter (Boerrich­ter, Boerigter).
De afwijkende schrijfwijzen Boerrichter en Boerigter berusten waarschijnlijk op schrijf­fouten. Voorzover onderzocht schrijven alle Nederlandse families Boerrigter hun naam met dubbel-R en een G. Verder komen ook nog voor de aan deze familienaam verwan­te vormen Olde Boer­rigter en Oude Boerrigter (soms wel met 'ch' geschreven). De voorvoegsels ' Olde' en 'Oude' zijn in het algemeen ontstaan doordat er in het verleden een opsplitsing van een erf heeft plaatsgevonden.

In Nederland kunnen de diverse geslachten Boerrigter worden onderscheiden in protes­tantse en rooms-katholieke families. Van de meeste families is hun geschiedenis vanaf ongeveer 1700 bij de auteur bekend.
De protestantse families Boerrigter zijn beperkt in aantal. Naast de familie uit Getelo zijn er drie geslachten bekend. Deze hebben hun wortels in Hardenberg (met afsplitsin­gen naar Laar (D), Zwartsluis en Friesland), in Lichtenvoorde (via Amsterdam door Ne­derland verspreid) en in Zwolle en omgeving.
De rooms-katholieke geslachten, groter in aantal en waartoe ook de Olde/Oude Boer­rigters be­horen, stammen hoofdzakelijk uit Twente. Hun bakermat ligt onder andere in de gemeenten Denekamp, Losser, de Lutte, Oldenzaal, Ootmarsum, Tubbergen en Weerselo. De meeste zijn aardig honkvast gebleven, met uitzondering van de familie uit Ootmarsum waaruit een grote tak in Amsterdam is ontstaan.
Behalve de Twentse Boerrigters is er nog een grote familie, stammend uit Beesten in het Duitse graafschap Lin­gen, die zich via Groningen en Leeuwarden naar onder andere Utrecht heeft verbreid. Daar­naast is er een uit Zwolle stam­mend geslacht dat zich via Kampen naar Haarlem en om­geving heeft uitgebreid.

Momenteel komt de naam Boerrigter in vrijwel het hele land voor. Tot het begin van de 20ste eeuw was de mobiliteit echter veel beperkter en bleven de leden van een familie meestal in elkaars nabijheid wonen. Als in het voorgaande over geslachten Boerrigter en hun woonplaatsen wordt gesproken, dan wordt de situatie tot aan het begin van de twintigste eeuw bedoeld.






last update: 8-1-2019